Het aantal inwoners van Veere dat gebruik maakt van de WMO, voor zaken als taxiritten, een rolstoel of hulp in de huishouding, is voor het derde jaar op rij gedaald. Volgens recente gegevens blijkt dat er afgelopen jaar 1040 mensen van deze ondersteuning gebruik maakten. In 2021 waren dit er nog 1195, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek.
De daling van WMO-cliënten in Veere vertoont tegenstrijdige trends ten opzichte van het landelijke beeld. Terwijl het totale aantal Nederlanders dat WMO-ondersteuning ontvangt stijgt, ziet Veere juist een afname. Deze ontwikkeling is opmerkelijk gezien de vergrijzing, waarbij één op de drie 75-plussers een beroep doet op de WMO. In Veere vragen relatief minder ouderen deze vorm van ondersteuning aan in vergelijking met soortgelijke gemeenten.
De betaalbaarheid van de WMO blijft een heet hangijzer in het politieke debat. Door de stijging van kosten in bijna elke gemeente heeft het kabinet besloten een eigen bijdrage in te voeren voor hogere inkomens. In Veere zouden circa 200 'rijke' WMO-cliënten vorig jaar extra moeten bijdragen. Hoewel dit percentage lager ligt dan in vergelijkbare gemeenten, blijft de discussie over betaalbaarheid en toegankelijkheid relevant.
Opvallend is de groeiende vraag naar hulp in de huishouding onder WMO-cliënten. Ondanks de algemene daling in WMO-gebruik is de behoefte aan huishoudelijke ondersteuning in Veere toegenomen. Dit legt druk op sommige gemeenten die door personeelstekorten minder uren hulp kunnen bieden, wat het belang van adequate financiering en capaciteit onderstreept.